10e REGIMENT ARTILLERIE

ZIJNE GESCHIEDENIS

Het 10e Artillerie wordt op 25 December 1916 te Ramskappelle tot stand gebracht en onder de bevelen geplaatst van Majoor Dewaet; het maakt de artillerie uit van de 10e Infanteriedivisie en omvat twee groepen van snelvurende 7c.5 kanonnen (I en II/10 A.), een groep houwitsers van 120 (III/10 A.) en een groep loopgravenartillerie (IV/10 A.).

Vóór hunne indeeling bij het 10 A. hebben die eenheden reeds de gelegenheid gehad zich herhaaldelijk te onderscheiden: Namen, Antwerpen (Gijzegem, Wieze, Oudegem, Grembergen, Berlare, Dendermonde, Schoonaarde), slag aan den IJzer (Keiem, Tervate, Oudstuivekenskerke), slag bij Steenstraat, Diksmuide (waar de reeds befaamde IV/10 A. merkwaardig is).

Einde Maart 1917 staat het de plaats af aan de Franschen; de III/ 10 A. blijft opgesteld te St-Jacobs-Kappelle (gelukwenschen vanwege de Franschen; vermelding).

Den 11n November 1917 neemt het van de Franschen, na dezer offensief, den chaotisch geworden sector Merkem – Bikschote opnieuw over (talrijke raids – onophoudend en zeer geweldig vuur – uiterst lastige aanvoer van munitie langs een enkelen weg van rondhouten, beschoten door de vijandelijke artillerie).

Op 17 April 1918, na een kortstondige bezetting van Nieuwkappelle, vervangt het de Engelschen in den sector Boezinge-Merkem; dienzelfden 17n, gedurenden den slag bij Merkem, stelt zijn zoo juist als overvloedig vuur (de 67e en de 69e batterij, alleen, vuren 7000 projectielen af) onze eenige twee bataljons in eerste linie in staat om zegevierend het hoofd te bieden aan de woedende aanvallen van een vijand die een reusachtige numerieke overmacht heeft (zware verliezen – de IV/10 A. alleen verliest 30 dooden en 70 gekwetsten).

Vereenigd met het 4 A., neemt het op 28 September 1918, ten Zuiden van Diksmuide, deel aan het offensief in Vlaanderen; de IV/10 A., die voor Diksmuide is opgesteld, houdt er een homerischen strijd vol tegen verpletterende machten (zware verliezen).

Den 14n October 1918 neemt het deel aan het bevrijdingsoffensief; het is versterkt met het 4 A., twee groepen van het 16 A. en de groep Artillerie der Cavaleriedivisie (geweldige en moorddadige tegenvoorbereidingsvuren van den vijand – buitengewoon lastige aanvoer van munitie over de chaotische hindernis van het oud front); aldus versterkt bereidt het ‘t gansche terrein voor, dat zich voor de infanterie bevindt, en stelt deze aldus in staat in één opruk de stevige Duitsche stelling te veroveren en spoedig Handzame te bereiken.

Den 19n October 1918 wordt het 10 A. aan de Leie (Poesele) onder de bevelen van de 1e Infanteriedivisie gesteld en daarna naar het Noorden, te Hansbeke, teruggebracht ter beschikking van de 4e Infanteriedivisie (zware verliezen, veroorzaakt én door het vijandelijk vuur én door de griep).

Den 4n November 1918 bevindt het vreeselijk gedunde 10 A. zich te Zwijnaarde en is het gereed om mede te werken aan een omvangrijken aanval, wanneer de wapenstilstand wordt aangekondigd.

De standaard van het ontbonden 10 A. is toevertrouwd aan het Koninklijk Legermuseum; hij is versierd met den nestel in de kleur van het lint der Leopoldsorde en draagt in zijne plooien de vermeldingen:

NAMEN, DENDERMONDE, IJZER, MERKEM, ZARREN, HANDZAME.

 

Luitenant-generaal DEWAET,

Gewezen Commandant van het 10 A.