ZIJNE GESCHIEDENIS
Het regiment werd op 20 December 1916 aan den IJzer gevormd door middel van do artillerie der 16e en 17e gemengde brigaden.
Het bestond uit twee groepen van drie batterijen 7c.5 kanonnen, één groep van twee batterijen houwitsers van 120 en één groep van twee batterijen loopgravenmortieren.
In samenwerking met het 2e en het 5e Regiment Jagers te voet bleef het 11e Artillerie de verschillende sectors van het front verdedigen.
Den 26n Januari 1918 maakte het de artillerie uit van de 11e Infanteriedivisie (3e, 5e en 6e Jagers te voet).
Het omvatte toen: twee groepen van drie batterijen 7c.5 en één groep van twee batterijen houwitsers van 120; den 1n Juli van hetzelfde jaar werd het aangevuld met een groep van twee batterijen loopgravenartillerie.
Op 28 September 1918 bevindt het regiment zich ten Noorden van Ieper en steunt er den aanval der 8e Infanteriedivisie op Moorslede.
Om zijn schitterend gedrag wordt het bij legerdagorder vermeld.
Het 11e Artillerie neemt verder deel aan den slag Torhout-Tielt, waarbij het den zegevierenden vooruitgang der 2e Infanteriedivisie naar Izegem en Ingelmunster steunt.
Daarna vervoegt het zich bij de troepen der 5e Legerdivisie, die de kust ontzetten, en steunt het hunne pogingen om het afleidingskanaal der Leie, te Ronselestraat, over te steken.
Het 11e Artillerie neemt nog deel aan de laatste phase van het bevrijdingsoffensief, met de troepen der 11e Infanteriedivisie, die naar het kanaal Gent-Terneuzen vooruitdringen.
Het eindigt den oorlog voor Langerbrugge en Terdonck. Het 11e Artillerie won vier vermeldingen: Antwerpen, IJzer, Moorslede en Ingelmunster, en den nestel in de kleur van de Leopoldsorde.