12e LINIE

ZIJNE GESCHIEDENIS

 Het 12e Linieregiment lag sedert 25 jaar in garnizoen te Luik wanneer, in 1914, de oorlog uitbrak.

Het werd gelast deel te nemen aan de verdediging van de versterkte stelling en, van de eerste botsingen af, toonde het zich opgewassen tegen zijn zwaren plicht.

Visé, Herstal, Queue-du-Bois zijn zoovele gevechten waar het zich met roem overlaadde en waaruit het ‘t eerste vaandel terugbracht, dat op den vijand werd veroverd. Naar Antwerpen gezonden, neemt het deel aan de uitvallen en aan al de verrichtingen rond de stad.

Aan den IJzer gekomen, verwierf het onvergankelijken roem te Diksmuide dat het, van 16 tot 26 October 1914, bezet hield niettegenstaande veertig stormloopen van het Duitsche XXIIe Korps en een ongelooflijk geweldig bombardement.

Het laat een derde van zijn effectief op het terrein achter.

Om zijne wonderbare dienststaten zal dit keurregiment dan ook de eer hebben Z. M. Koning Leopold III, toen erfprins, in zijne rangen te tellen.

Inderdaad, op 5 April 1915, vertrouwde Z. M. Koning Albert zijn jongen zoon aan het regiment toe, terwijl Hij deze heuglijke woordenuitsprak: « Zoo ik het 12e Linie gekozen heb om er mijn zoon in te laten opleiden, dan is het omdat dit regiment zich, onder alle andere uit, door zijne dapperheid onderscheiden heeft gedurende dezen veldtocht. »

Op 17 April 1918 bevindt het regiment zich in den sector van Merkem, waar het dapper ‘t hoofd biedt aan de herhaalde stormloopen van den vijand.

In de laatste dagen van September 1918 slaat eindelijk het uur van het eindoffensief, gedurende hetwelk het regiment roem en eere oogst te Schaapballie, Stadenberg, Roeselare en Lendelede. Het is een der eerste van ‘t leger om zich te komen opstellen langs de Leie, waar de wapenstilstand een einde stelt aan ‘t bloedige epos.

Om zijne prachtige wapenfeiten tijdens den oorlog heeft het regiment de toelating bekomen de vermeldingen: Luik – Antwerpen – Diksmuide – IJzer – Merkem – Stadenberg – De Leie op zijn roemrijk vaandel te schrijven; bij Koninklijk Besluit van 27 October 1914 werd het deswege ook vereerd met den nestel in de kleur der Leopoldsorde en met het Ridderkruis dier Orde.

1.250 officieren, onderofficieren, korporaals en soldaten van het 12e zijn op ‘t veld van eer gesneuveld.