1e EN 2e GRENADIERS

HUNNE GESCHIEDENIS

In Augustus 1914 werd er uit het gemobiliseerd regiment Grenadiers eene brigade gevormd.

Gedurende het eerste deel van den oorlog namen de twee regimenten Grenadiers deel aan al de uitvallen uit Antwerpen en streden dapper te Hofstade, Elewijt, Molen, Werchter, Opdorp en St-Amands.

Tijdens den aftocht van het leger waren zij in de achterhoede te Schoonaarde en te Berlaar.

De slag aan den IJzer was bijzonder zwaar voor de Grenadiers. Van 21 tot 30 Octobcr 1914 vochten zij, zonder verpoozen en in verschrikkelijke omstandigheden, te Tervate, te Schoorbakke, te Stuivekenskerke, aan den Groot-Beverdijk en te Pervijze.

Met de wrakken der twee regimenten kon er niet eens één regiment worden gevormd.

Tot in Februari 1915 hielden de Grenadiers den vijand in bedwang voor Diksmuide.

Toen het, dank zij den toevloed van rekruten, vrijwilligers en genezen gekwetsten weer met vier bataljons was opgericht, loste het regiment, van Maart tot Juli 1915, de Franschen af in de loopgraven van Steenstraat. In dien sector is het dat de Grenadiers, op 22 April, den eersten Duitschen aanval met stikgassen doorstonden en dat zij, verscheidene dagen weerstaande aan de woedende aanvallen van den vijand, dezes offensief volkomen stuitten en hem aldus beletten ons gevechtsfront te schenden.

Na Steenstraat en tot einde 1915 trokken de Grenadiers andermaal de wacht op in den gevaarlijken sector van Diksmuide.

In 1916 bezetten zij het front tusschen Diksmuide en Drie-Grachten.

In 1917 werden opnieuw de twee regimenten gevormd: zij bezetten de sectors van Boezinge en van Nieuwkappelle.

In 1918 lossen zij de Franschen af te Nieuwpoort en daarna de Engelschen te Ieper.

In al die sectors onderscheidden de Grenadiers zich door veelvuldige patrouilles en stoutmoedige raids, waaruit zij talrijke gevangenen terugbrachten. Al de Duitsche aanvallen werden er afgeslagen en menige vijandelijke post werd er veroverd, bezet en gehandhaafd.

Er ging geen enkele dag van wacht in de loopgraven voorbij zonder dat verscheidene hunner makkers gedood of gekwetst werden.

‘t Is van uit den sector Ieper dat zij op 28 September 1918 vertrokken om deel te nemen aan het bevrijdings offensief.

Talrijke makkers verloren zij in de bloedige gevechten om den heuvelkam van Passchendale te veroveren, Vlaanderen te ontzetten en den vijand tot aan de Schelde te achtervolgen.

Pas hadden zij dien stroom overgestoken, – nadat zij tijdens den laatsten oorlogsnacht 50 man hadden verloren, – wanneer, den morgen van 11 November, de wapenstilstand een einde stelde aan hun uiterste gevecht.

Hunne vaandels met amarantkleurigen nestel dragen vijf roemrijke vermeldingen en in het steen van hun gedenkteeken in de Kazerne Prins Albert staan de namen gebeiteld van hunne 1.300 dooden.

 P. L. PEPERMANS.

Voorzitter van de Verbroedering der Grenadiers.