1e REGIMENT LANSIERS

ZIJNE GESCHIEDENIS

Het regiment werd op 24 October 1830 tot stand gebracht en had als kern eenige officieren en gegradueerden, van Belgischen oorsprong, van het oud leger der Nederlanden, namelijk van het 5e Dragonders; laatstvermeld regiment, gekend onder de benaming van « Chevau-légers belges » was in 1814 gelicht geworden door Luitenant-generaal Graaf van der Burch, die er de eerste kolonel van was; het 5e Dragonders onderscheidde zich in de veldslagen bij Quatre-Bras en te Waterloo.

Het 1e Lansiers nam op actieve wijze deel aan de verrichtingen van 1830-31, den veldtocht der tien dagen, het gevecht bij Bautersem, enz…; het ontving zijn standaard in ‘t begin van 1832 uit de handen van Koning Leopold I en lag in garnizoen te Namen waar het op 31 Juli 1914, te 21 u. 30, het mobilisatiebevel ontving. Daar het regiment tot de IVe Legerdivisie behoorde, welke met de verdediging van de Verstrekte Stelling Namen was belast, kwam het van 5 Augustus af, in aanraking met den vijand. Tot op het oogenblik van den terugtocht van het Belgisch leger tot achter den IJzer, voerde het vooral bewakings- en verkenningsopdrachten uit, waarvan er sommige waardig zijn om in herinnering te blijven; het onderscheidde zich inzonderheid op 13 Augustus, te Boneffe, waar het een vijandelijk bivak bemachtigde.

Om zijn schitterend gedrag werd de vermelding « Namen » op zijn standaard geborduurd.

Na den aftocht van Namen trok het regiment, etappe per etappe, naar Coulommiers (Frankrijk) van waar het op 3 September per spoor naar Le Havre werd vervoerd. Den 6n September worden de eskadrons ingescheept voor Zeebrugge, waar zij den 7n, 8n en 9n ontschepen.

Den 13n September reeds neemt het 1e Lansiers deel aan de verrichtingen rond de Versterkte Stelling Antwerpen; den 26n was het te Gijzegem, waar het 2e eskadron, op bevel van den Koning, bij legerdagorder wordt vermeld. Den 4n en 5n October had het de eer een opdracht van zelfopoffering te ontvangen te Schoonaarde-bij-Dendermonde, waar het den overtocht der Schelde moest beletten: om zijn heldhaftigen weerstand en zijn bloedige verliezen verwierf het zijne tweede vermelding « Dendermonde », waarvoor het later dan ook met den nestel in de kleuren van het Oorlogskruis zou worden vereerd.

Nadat het regiment, sedert den val der Versterkte Stelling Antwerpen, den terugtocht der IVe Legerdivisie had gedekt, kwam het, den namiddag van 18 October, op den linkeroever van den IJzer.

De loopgravenoorlog stelde een einde aan de epische rol der cavalerie; onverwijld moest het 1e Lansiers zich aan het hard bedrijf van den infanterist aanpassen; het leerde al de sectors kennen welke aan de divisie werden toegewezen: Nieuwpoort, Ramskappelle, Diksmuide, Pervijze, Merkem, Boezinge.

In Februari 1916 werd er aan het regiment een peloton wielrijders toegevoegd, dat uit de Jagers van de Burgerwacht van Brussel was gesproten: ‘t waren oorlogsvrijwilligers, vol geestdrift, wier militaire hoedanigheden bewondering afdwongen en die gelukkig waren het lot der cavaleristen te komen deelen.

Bij de reorganisatie van het leger in September werd het 1e Lansiers gesplitst: de 1e groep ging over naar de Ve Legerdivisie waar zij, met eene compagnie wielrijders en een escadrille pantserauto’s, de lichte groepeering der divisie uitmaakten, terwijl de regimentsstaf en de 2e groep werden aangewezen om een dergelijke groepeering te vormen bij de IVe Legerdivisie.

Deze eenheid is het die, bij den dageraad van 28 September 1918, te Rille, het sein gaf tot het bevrijdingsoffensief dat door het Belgisch leger werd ingezet en dat de cavaleristen, de wielrijders en de mitrailleurs der pantserauto’s eindelijk weer in staat stelde hun ware rol te hernemen en den vijand onverpoosd, door de vlakte van Vlaanderen heen, te achtervolgen tot aan den oever der Leie, waar het nieuws van den wapenstilstand hen bereikte.

Van haren kant, terwijl de eerste phase van het offensief werd afgespeeld, bezette de lichte groepeering der Ve Legerdivisie, met de 5e Infanteriedivisie, den ganschen sector van Nieuwpoort en van de kust. Den 17n Octobor trok het de linies over te Pervijze en bereikte de voorhoede der divisie. Het onderscheidde zich in de gevechten van Maldegem, Balgerhoek en Ertvelde, waar het de vijandelijke achterhoeden op de vlucht dreef.

Aan de dapperheid van officieren, onderofficieren en soldaten der lichte groepeeringen van de IVe en van de Ve Legerdivisie word er hulde gebracht door de onderscheidenlijke vermeldingen: « Handzame » en « Vlaanderen 1918 ».

Het Gedenkteeken van het 1e Lansiers herinnert aan 106 dapperen die voor het Vaderland zijn gesneuveld.