3e REGIMENT ARTILLERIE

ZIJNE GESCHIEDENIS

Het 3e Artillerie, divisieregiment, bestond in Augustus 1914 slechts uit een enkele groep van drie batterijen en maakte met de artillerie der 9e, 11e, 12e, 14e en 15e gemengde brigaden (laatstgenoemde uit de 4e divisie gesproten) de artillerie uit van de 3e Legerdivisie.

Na te Luik zwaar beproefd te zijn geworden, werd de 3e Legerdivisie georganiseerd: de artillerie werd ingedeeld als volgt:

3A, twee groepen                                              I en II/3 A   6 batterijen.

Artillerie der brigade Janssens                             1 groep   3 batterijen.

Artillerie der brigade Bertrand                             1 groep   3 batterijen.

Artillerie der brigade Jacquet                               1 groep   3 batterijen.

In 1916 werd de artillerie der 3e Legerdivisie gecentraliseerd in eene brigade artillerie bestaande uit twee regimenten (3A en 9A).

Het 3 A was samengesteld als volgt:

I/3 A: 37e, 38e, 39e batterij;

II/3 A: 40e, 41e, 42e batterij;

III/3 A: 43e, 44e, 45e batterij.

In 1918 krijgt het 3 A een IVe groep, gevormd door de 3e batterij mortiers Van Deuren en de 3e begeleidingsbatterij.

 

Lijst der gevechten en veldslagen waaraan het 3A op schitterende wijze heeft deelgenomen:

Verdediging van Luik, van 4 tot 16 Augustus 1914.

Gevecht bij Aarschot, op 29 Augustus 1914.

1e Uitval uit Antwerpen, van 24 tot 26 Augustus 1914.

2e Uitval uit Antwerpen, van 9 tot 13 September 1914.

Gevecht bij Over-de-Vaart, op 11 September 1914.

Verdediging van Antwerpen, van 28 September tot 10 October 1914.

Aftocht van Antwerpen naar den IJzer, van 7 tot 14 October 1914.

Slag aan den IJzer, van 16 tot 31 October 1914.

Houdt de wacht aan den IJzer, in de sectors Pervijze, Oostkerke, Ramskapelle, Diksmuide en Merkem van 1914 tot 1918.

Gedurende die periode neemt het deel aan:

Het gevecht aan de Reigersvliet, den 6n Maart 1918.

Den slag bij Merkem, den 17n April 1918.

In 1918 was het 3 A. op rust in de omgeving van Bambecque-Oostkapel, wanneer het er van verwittigd werd dat het deel zou uitmaken van een groepering, onder ‘t bevel van Generaal Jacques.

De aanvalssector der 3e Infanteriedivisie strekt zich uit ten Zuiden van het Bosch vna Houthulst. De grond is omgewoeld en schier onbegaanbaar; de artillerie geraakt met moeite vooruit langs eenige slechte colonnenwegen.

In zulke lastige omstandigheden is het dat de groepen in de nachten van 21 en 22 September 1918 hunne stukken en hunne munitie ter plaatse brengen.

Den 28n September begint het offensief in Vlaanderen. Na een krachtige voorbereiding, loopt de infanterie storm tegen de reusachtige Duitsche stellingen: het Bosch van Houthulst wordt veroverd; de artillerie verandert van stelling in een onbeschrijfelijk terrein en denzelfden avond bevindt onze infanterie zich aan den voet van den Stadenberg, die ‘s anderendaags op zijne beurt zal worden ingenomen.

Van 30 September tot 7 October 1918 staat het 3 A. ter beschikking van een Fransche divisie wier opdracht het is het dorp Hooglede te bemachtigen.

Den 8n October moet het 3 A. gaan bivakkeeren ten Zuiden van Moorslede en, den 14n stelt het zich opnieuw op ten Oosten van Moorslede om de infanterie der 3e Legerdivisie te steunen, die de Leie moet vermeesteren. Na drie dagen gevecht worden onze troepen op den linkeroever der Leie door Britsche eenheden afgelost.

Het 3 A. neemt den 28n October opnieuw stelling in de omgeving van Zomergem: na drie dagen inspanning, waarbij onze batterijen ernstige verliezen hadden ondergaan, werden zij in reserve ter plaatse gelaten.

Den 9n November werden zij naar Semmerzake op de Schelde gezonden om er aan een nieuw offensief in de richting der Dender deel te nemen, doch op 11 November 1918 wordt de Vrede gesloten.

De standaard van het regiment draagt vijf vermeldingen: Luik, Diksmuide, Merkem, Stadenberg, De Leie en is versierd met den nestel in de kleur der Leopoldsorde.

Het 3 A. is thans gekazerneerd te Luik.

 J. DE GREEF,

Gewezen wachtmeester-waarnemer van het 3 A.