Aan U… 5 A.
Een regiment… ja, meer… eene schaar helden.
Helden, allen… Want ik heb ze gezien…
Ja, lang en veel, werken en zingen, lachen en weenen, bloeden en sterven.
Visioen waardig van DANTE, met hun scherpe gelaatstrekken, met hun wilde, ongekamde haren, het vel gebruind door zon en wind, verschroeid en zwart van ‘t buskruit, hun stukken bedienend in ‘t stormen van den loeienden strijd…
Gruwelijker dan alles de blik hunner schamele oogen bij verwonding of in ‘t stervensuur.
Hun titels van roem: Kattermeuterbosch, ANTWERPEN, Diksmuide, Steenstraat, Boezinge, Balgerhoek…
Hun wapenfeiten bezingen ware nuttelooze heiligschennis
Want op ‘t schild hunner stukken prijken in bloedletters
Al de getuigenissen van hun ridderschap…
Gij, allen, die de dagen van strijd en geweld meeleefdet,
Gedenkt ze piëteitsvol en met ontzag,
Die wapenfeiten zijn Uw goed, niemand heeft het recht ze U t’ onttrekken,
Laat ze geheimzinnig in Uw gemoed herleven, voor U, voor U alleen
En zijt Ge eens in ziel en vleesch gewond, gestemd tot uitstorting van Uw gemoed, lispelt dan zacht de namen van de dorpen waar onze broeders vielen en vonden licht en rust… lispelt ze zacht want dooden vragen vredigheid en stilte en die dit schrijft is haast een schaduw zelf…
Jules VOIROL,
Wachtmeester O. Vr. Stukaanvoerder 80 batterij 5 A.