Terug naar overzicht jaarboek 1997-1998
OF HOE DOOR EEN OORDEELKUNDIG INGRIJPEN VAN DE MENS, EEN ORIGINEEL GEDEELTE BOOMS GRONDGEBIED HERREES, NAMELIJK DE HEYPLECK
door schepen De Saeger
Het land aan de Rupel, eens steenbakkersgebied, werd langzamerhand omgetoverd tot maanlandschap: weg was de klei,
de noeste arbeid, de baksteen, de 80 schoorstenen en steenovens.
Dit Rupelland was eens het grootste baksteenproducerend gebied van Europa. Alleen de trieste nalatenschap bleef. Wat kon nog uitgericht worden met de uitgebaggerde kleiputten van de Rupelstreek? Veel verschillende ideeën hebben gecirculeerd. Het voorstel om de putten in verbinding te stellen met de Rupel, er een minihaven van te maken en daar rond bedrijven op te richten, kende zijn supporters.
Ook de idee om in de putten woningen te bouwen in terrasvorm hield lange tijd stand. Maar het gezond verstand kreeg de bovenhand: men zou de putten opspuiten met baggerspecie.
Het basisprincipe was en bleef de verdwenen gronden te herwinnen, het Rupeliaans maanlandschap te bannen en mogelijke productieplanning te stimuleren.
De Boomse gemeenteraad van 31 maart 1964 bereikte hieromtrent een eenparig akkoord. De onteigening van de gronden kon beginnen. Kort daarop gaf ook de Dienst der Zeeschelde zijn medewerking voor het overbrengen van de baggerspecie uit Rupel en Schelde naar de putten. Het vullen van de putten met huisvuil of vliegas van de elektriciteitscentrale was totaal uitgesloten, enerzijds uit milieu-oogpunt, anderzijds vanwege de onstabiliteit die voor de woningbouw nadelig zou zijn.

(Foto: postkaartenarchief gemeente Boom)