Terug naar overzicht jaarboek 1997-1998
door Hugo Driesen
Ontstaan van de Post
Schaarse gegevens wijzen er op dat de Assyriërs en Babyloniërs reeds een postdienst hadden. De allereerste berichten werden met geluid of optische signalen (bv. rook) doorgeseind. In het oude Egypte werd een boodschap geschilderd op het geschoren hoofd van de slaven. Deze vertrokken slechts, nadat het haar opnieuw gegroeid was. Nieuwe schering vond plaats bij de aankomst van de bode, waardoor de lectuur van de mededelingen mogelijk werd.
De loper Phidippides , gelast met het inroepen van Spartaanse hulp, deed 240 km. in twee dagen. De soldaat van Marathon, gelast met het aankondigen van de zegepraal, behaald op de Perzen, stierf van uitputting bij het bereiken van zijn doel.

De eerste koeriersdienst te paard, zou ingericht zijn in het oude Perzische Rijk (500 vc.) langs een stelsel van postwegen. Op vaste afstanden van elkaar lagen poststations, waar de paarden konden worden ververst. Zo schijnt de afstand tussen Sardes en Soesa (ongeveer 2000 km., de zogenaamde Koningsweg) in niet meer dan zeven dagen te zijn overbrugd. Gewone reizigers hadden daar ca. negentig dagen voor nodig.
Aan de Romeinen danken we ook het woord “Post”, (posita). Dat waren plaatsen waar koeriers langs hun route konden overnachten en waar paarden gewisseld konden worden. In Frankrijk vond men gegevens inzake het bestaan van de post ten tijde van Karel de Grote die, ten jare 807, drie banen met relais (halten) inrichtte: van Auxerre naar Italie, Duitsland en Spanje. Na Karel de Grote en gedurende verscheidene eeuwen, waren er enkel particuliere boden. In 1235 werden er gemeentebodediensten opgericht die Antwerpen met Noord-West Europa verbonden.
Dichterbij, in de geschiedenis van het Vaticaan staan er 45 pauselijke koeriers of curores vermeld in 1325.Lodewijk XI, koning van Frankrijk richtte een regelmatige staatsdienst op in het jaar 1464; 234 boden; 230 aflossingsplaatsen, op 20 km. van elkaar gelegen. Maar de “coopmansboden” werden speciaal opgericht door de handelshuizen o.a. Italiaanse koopmansgeslachten te Antwerpen. Maar er werden ook brieven meegeven aan wagenlieden en beurtschippers en er werd ook gebruik gemaakt van de talrijke afspanningen.
Aartshertog Maximiliaan, die naar Tirol was vertrokken richtte een postverbinding met de Nederlanden op in 1490. Daartoe deed hij beroep op een groep beroepskoeriers, de della Torre-Tassis, allen leden van eenzelfde Lombardische familie uit de omstreken van Bergamo. Die postdienst verbond Milaan met Brussel over Innsbruck, Rheinhauwen, Worms en Flamizoulle. In 1501 werd Franciscus Van Thurn und Taxis, koerier sedert 1490, door Philips de Schone benoemd tot kapitein-postmeester. Thurn und Taxis richtte op eigen kosten, in het jaar 1505 een postverbinding in tussen het Nederlands hof enerzijds en het Duits, het Spaans en het Frans Hof anderzijds. Die verbinding diende tot het vervoer van de officiële brieven van de vorsten en hun dignitarissen. De reis van Brussel tot Parijs werd in 44 uren afgelegd. Voor Lyon had men 4 dagen nodig, terwijl men Toledo slechts in 12 dagen bereikte en voor de reis naar Granada op 15 dagen moest rekenen. De koeriers droegen een verzilverde metalen hoorn aan een schouderriem.