AUTO-KANONNEN IN RUSLAND

HUNNE GESCHIEDENIS

Men herinnert zich dit handvol Belgen, dat de Koning, Opperbevelhebber van het Belgisch leger, ter beschikking stelde van den Tsaar aller Russen.

Einde 1915 verdwenen zij van het Belgisch front en gedurende langen tijd hoorde men van hen niet spreken.

Dan, op zekeren dag, den 16n Juni 1916, zegt het communiqué van het Russisch Groot Hoofdkwartier:

« In Galicië, ten Noord-Westen van Tarnopol, in de streek Gladki-Zebrov, wordt er een hevig gevecht geleverd; de loopgraven gaan van hand tot hand over. De Belgische pantserauto’s verleeenen aan onze troepen een krachtigen steun… »

Die manier om over zich te doen spreken, was tamelijk origineel; doch van dit oogenblik af zal er geregeld nieuws komen.

Het Russisch officieel communiqué van 13 Augustus 1916 stipt aan: « De Belgische afdeeling heeft zich nogmaals onderscheiden en heeft ons met hare pantserauto’s geholpen om Zborow op de Strypa in te nemen. » En den 13n Augustus 1916 zegt zijne Majesteit de Keizer, die Groothertog Nicolas vervangen heeft, in zijn communiqué: « De Belgische afdeeling pantserauto’s heeft dapper bijgedragen tot de overwinningen in den sector van Zebrow en heeft prachtige uitslagen bekomen. »

De faam der Pantserautokorpsen verspreidt zich in Galicië en zoo komt het dat zij van het XIe leger overgaan naar het VIIe waar zij zich opnieuw onderscheiden. Afschrift van een telegram, op 27 September 1916, ontvangen door den Generaal, commandant van de Legers van het Zuid-Westelijk front: « Zijne Majesteit de Keizer gelast mij zijne oprechte dankbetuigingen over te maken aan de troepen van het 7e, het 9e en het 11e Leger. » Den 1n October 1916: « Z. M. bedankt Majoor Semet voor de diensten welke de Belgische afdeeling hem bewijst. »

In den winter 1916-1917 begint de Russische revolutie; de Belgen gaan de socialistische regeering Kerenski dienen, die het offensief van 1917 voorbereidt.

De dagorders van 3 Juli, nr 717, vermelden: « Z. Ex. Generaal Notbeck, commandant van het 6e korps, betuigt zijne erkentelijkheid aan de 2e en de 4e batterij voor hunne roemrijke deelneming aan de verovering van Koniouki, op 1-2 Juni 1917. De commandant der 16e Divisie feliciteert de Belgen voor hunne medewerking tot de eerste overwinning van Vrij Rusland. »

De Commandant der 4e Divisie schrijft officieel aan Majoor Semet: « De rapporten waarin mijn regimentscommandant mij de schitterende wapenfeiten van de Belgische afdeeling mededeelt, hebben mij tranen van bewondering doen storten. »

Doch de Russische soldaat, eens verlost van het tuchtstelsel, wil niet meer vechten; de Soviëts worden almachtig. De Belgen dienen het derde regime zooals de twee vorige, zoolang men maar den vijand bekampt. Brest-Litovski is in ‘t zicht. De opdracht der pantserauto’s is ten einde en, wijl de terugweg over Arkkangel afgesloten is, komen zij langs Siberië en de Vereenigde Staten naar Bordeaux.

Ziehier in welke aangrijpende bewoordingen de Commandant van het Soviëtisch XIe leger, vóór hun vertrek, zijn lof over de volbrachte diensten uitdrukt (dagorder van 6 Januari 1918): « Den 24n December 1917 heeft de Belgische afdeeling de rangen van het XIe leger verlaten. Meer dan twee jaar lang hebben de Belgen zich in onze gelederen met roem overladen, twee jaar gedurende welke zij met de verschillende troepen van het Russisch leger wedijverden in dapperheid. De heuglijke gevechten van 1916, vooral in Juni, – toen de Belgische auto’s vooruitrukten en zich door hun vuur en hunne verwoede aanvallen onderscheidden -,steunden en sterkten den aanruk van de naburige troepen en brachten roem en eere aan de Belgische afdeeling.

De nederlaag onzer legers, het gebrek aan zedelijke sterkte, de afmattende aftocht die volgde vermochten het niet de kracht, den strijdlust, de standvastigheid van de Belgische afdeeling te verzwakken of aan ‘t wankelen te brengen. Tot het einde toe hielden de pantserauto’s vol; tot het einde toe volbrachten zij, dapper en heldhaftig, hun zware en gevaarvolle taak. Hun voorbeeld, hunne dapperheid en hun wilskracht verlichtten de zware taak onzer troepen bij den aftocht.

Nu wij met groote droefheid van het Belgisch korps auto-kanonnen moeten scheiden en terugdenken aan het werk en aan de diensten door de Belgen voor den roem van het geallieerde volk en zijne troepen volbracht, voelt het XIe leger het als een heiligen plicht aan den Bevelhebber, aan de officieren, aan de soldaten van dit Korps zijne diepe erkentelijkheid en oprechten dank te betuigen.

Het roemrijk werk van het Korps auto-kanonnen zal steeds voor allen een voorbeeld blijven dat nimmer uit het geheugen van de troepen van het leger, noch uit het hart van het gansche Russisch volk zal worden gewischt. Het bloed dat op ons front werd vergoten, zal het Belgische volk voor eeuwig met het Russische volk vereenigen en het heldhaftige België, dat de eerste verwoede aanvallen van de Duitschers afsloeg, zal verrijzen, zal zich weer vrij vechten en zijne diepe wonden heelen. » (Geteekend: De Commandant van het XIe leger.)