Categorieën
Algemene geschiedenis Boom

Expeditie Mongolië Missionaris Louis Verstrepen Een episode uit het familie- en bedrijfsarchief Verstrepen

Bijna drie maanden is Louis Verstrepen, samen met onder andere Edmond Rubbens en Gustaaf Teirlinck, onderweg naar Mongolië. Deze drie missionarissen zullen de 14 al aanwezige Europese missionarissen versterken om dat ene hoogste doel te bereiken, met name de verspreiding van het katholieke geloof in de wereld. Of zoals Louis Verstrepen het zelf verwoordde bij zijn vertrek: “Bidt allen goed voor mij voor mijne medebroeders en bijzonder voor de bekering van de Chinezen.”1Archief Verstrepen, Brieven van Louis Verstrepen, Brief 1.

Het verblijf in Scheut

Van 19 tot 21 september 1885 verbleef Louis Verstrepen in het klooster van de Scheutisten. Hier verzamelden niet alleen de aspirant missionarissen, maar beloofden ze ook hun trouw aan de Congregatie: “Heden na de hooge mis hebben wij onze beloften gedaan, wij stegen het altaar op en daar knielden wij voor het H. Sacrament neder.

Eerst zongen wij het “Ave Maris Stella” om ons onder Maria’s bescherming te stellen en dan deden wij onze beloften in de handen van onzen E.H. Superior. Bidden wij, dat wij altijd aan onze beloften mogen getrouw blijven. God zij gedankt, nu maken wij deel van de schoone Congregatie van het Onbevlekt Hert van Maria, nu zijn wij missionaris, loven wij God voor die weldaad welke zijn ontrouwe dienaar niet verdiend heeft.”2Archief Verstrepen, Brieven van Louis Verstrepen, Brief 2

Na deze plechtige belofte behoorde men officieel tot de congregatie en werden ze uitgezonden.

Scheut

De Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria De Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria (in het latijn Congregatio Immaculati Cordis Mariae, CICM), ook gekend als de congregatie van de Missionarissen van Scheut, is een katholieke congregatie van religieuze missionarissen.

Ze werd in 1862 door de Vlaamse priester Theophiel Verbist (1823-1868) gesticht. De missionarissen van Scheut worden zo genoemd omdat hun eerste woning gelegen was aan de Ninoofsesteenweg in een wijk van Anderlecht, “Scheutveld”geheten. Daaraan herinnert de Duitse benaming: die Scheutvelder Missionare.

De congregatie legde zich toe op het vormen en uitzenden van priesters die het geloof willen prediken bij de niet-christenen, voornamelijk in China. Begin 1865 belastte de Romeinse Congregatie voor de evangelisatie van de volkeren de missionarissen van Scheut met de missionering van Binnen-Mongolië, in het noorden van China.

Na herhaaldelijk aandringen van koning Leopold II aanvaardde de congregatie uiteindelijk ook missionarissen te sturen naar het apostolisch vicariaat van de Onafhankelijke Kongostaat. De eerste missionarissen vertrokken in 1888. Later zou het hele gebied van Centraal Afrika een vruchtbare bodem blijken te zijn voor de evangelisatie.