Categorieën
Algemene geschiedenis Boom

Expeditie Mongolië Missionaris Louis Verstrepen Een episode uit het familie- en bedrijfsarchief Verstrepen

De eerste dagen op het water

De eerste dagen van de reis gebeuren nog over het vaste land per trein of per ‘voiture’. Na tussenstops te Parijs en Lourdes, komt Louis Verstrepen uiteindelijk aan in Marseille. Hier scheepte hij in op het schip, genaamd ‘Pei-Ho’. “De Pei-Ho is zoo maar 117 meters lang, 11 m diep en 12 m breed. Van voor is het kwartier van de matrozen, de 3de  klas en de stallingen. Stallingen hoor ik u zeggen ?
Ja stallingen met beesten in overvloed: ossen, schapen, konijnen, kalkoenen, kiekens, duiven, eenden, enz. Achter den eersten mast is het kwartier van de officiers en de bakkerij, daarboven is het observatorium waar het schip bestuurd wordt. Achter den tweeden mast vinden we de trappen om naar de cabinen en eetzalen van de 1ste en 2de  klas te gaan”1Archief Verstrepen, Brieven van Louis Verstrepen, Brief 6, blad 2..

Samen met hen reizen er 140 matrozen en 120 passagiers mee. Bij deze laatste zijn er 18 missionarissen, 3 broeders van de Christelijke Scholen en 3 Italiaanse zusters. Binnen deze groep reizigers zijn er ook nog 2 protestantse dominees. Dat op het schip dus een voldoende voorraad aan dieren aanwezig is te begrijpen door het relatief grote aantal passagiers. Al vanaf de eerste dag op het schip werd er smakelijk gegeten, zo blijkt uit een bewaard menu. Diverse voorgerechten, vis, gevogelte, varkensvlees, … stonden op het menu.

Waar er echter geen rekening mee gehouden werd is dat men op zee was en dat deze af en toe woelig kan zijn. Voor de niet ervaren reiziger kan dit onaangename gevolgen hebben. “Welhaast kwam er wat meer beweging in de zee en weldra begon het hoofd te draaien … en ik was genoodzaakt eens in zee te speeken, daar vloog nu die fijne déjeuner.”2Archief Verstrepen, Brieven van Louis Verstrepen, Brief 6, blad 4

Veel verbetering zat er niet in, want een dag later (28/9/1885) lezen we: “De zee wordt lastiger, wij krijgen rollingen en stampingen en de uitslag was dat wij allen hoofdpijn kregen. Ik was wederom van ’t klikske en mijne gal kwam voor den dag, jandorie dat is vuil!.”3Archief Verstrepen, Brieven van Louis Verstrepen, Brief 6, blad 5.

Gelukkig voor hen wordt de zee de daaropvolgende dagen rustiger en ondervinden ze steeds minder last van de zeeziekte. Waar echter wel zeer voorzichtig mee omgesprongen wordt, zijn de gevaren van cholera. Normaal had men in Napels moeten aanmeren, maar niemand mocht van boord want hier was “over eenige weken de cholera”. Het hele Middellandse Zee gebied werd geteisterd door cholera. Napels in het bijzonder in de periode 1884-1885, waar de ziekte duizenden slachtoffers maakte. Ook op hun volgende tussenstop in Port Said (aan de toegang tot het Suezkanaal) was het niet toegelaten van de boot te gaan omwille van het cholera gevaar. Eens door het Suezkanaal gevaren, mag men terug aan land en is de zee heel wat rustiger. We houden nu halt bij een aantal plaatsen waar Louis Verstrepen voor die tijd bijzondere dingen heeft gezien.

Pei Ho (Foto French Lines http://www.frenchlines.com/)