GENIE DER 1e LEGERDIVISIE

HARE GESCHIEDENIS

In het begin van den oorlog bestond de divisiegenie uit één bataljon van twee compagnies. Het bataljon Genie der 1e Legerdivisie nam op 18 Augustus 1914 deel aan de gevechten bij Grimde en St-Margriete-Houtem, tot dekking van den aftocht van het veldleger naar Antwerpen. Te Zemst, Weerde, Hofstade en Kapelle-op-den-Bosch neemt het deel aan de operaties van de twee uitvallen uit Antwerpen. Den 4n September verdedigen zijne troepen, als fusiliers der achterhoede, de brug te Dendermonde om den aftocht van het gros der divisie naar den overkant der Schelde te dekken.

Gedurende het beleg van Antwerpen nemen zij aan de operaties deel in den sector St-Katelijne-Walem en Duffel.

Wanneer het veldleger, na den aftocht van Antwerpen naar de zee, zijne stellingen inneemt om aan den IJzer weerstand te bieden, wordt de Genie der 1e Legerdivisie versterkt door de oprichting van een tweede bataljon van twee compagnies (1e en 3e Compagnie van het 11e  Bataljon vestingtroepen, die deelgenomen hebben aan de verdedigingsoperaties in den aangevallen sector van de versterkte stelling Antwerpen en deze, op eigen initiatief, eerst in den nacht van 9-10 October 1914, drie uren nadat zij het sein « Allen samen, staakt het vuur ! » hadden gehoord, verlaten hebben en den naar het Oosten tot aan de zee zijn opgetrokken om te trachten zich bij het veldleger te vervoegen).

De 1e Legerdivisie nam aan den slag aan den IJzer deel in de streek van Schoorbakke, Stuivekenskerke, Pervijze, Ramskapelle. Van 23 October af bezet de genie, als infanterie, den spoorweg Ramskapelle-Pervijze. Op 24 October voert zij, met de Fransche 83e brigade, een tegenaanval uit op Stuivekenskerke. Nadat de Duitschers in den morgen van 26 October de stelling Beverdijk hadden ingenomen, waren de Genie der 1e Legerdivisie, de overblijvenden van een bataljon der 3e brigade en die van twee compagnies van het 9e de eenige troepen die, van aan de halte van Ramskapelle tot het Noorden van Boitshoeke, zegge over meer dan twee kilometer, de verdediging verzekerden van het laatste stuk van den spoorweg en die door hun vuur den vooruitgang der Duitschers aan den Beverdijk tegenhielden. De geschiedschrijvers erkennen eenparig dat het op dit oogenblik en op die plaats is dat, in den ganschen slag, de bedreiging van een Duitsche doorbraak ‘t meest angstwekkend was. Genie van de 1e Legerdivisie nam op 30 October deel aan den tegenaanval bij Ramskapelle.

In April 1915 wordt de Genie der 1e Legerdivisie bij die van de 6e Legerdivisie gezonden om in den sector van Steenstraat te weerstaan aan den eersten Duitschen aanval met stikgassen.

Gedurende den ganschen stabilisatie-oorlog doet de Genie der 1e Legerdivisie de groote achting welke de andere wapens der divisie en inzonderheid de dappere infanterie voor haar voelen, nog stijgen door de werken welke zij overal, en dikwijls ‘s nachts en tot voor de verst vooruitgeschoven posten, uitvoert om de legendarische stelling van den IJzer te versterken en te verbeteren. ‘t Is zij die de eerste stevige inrichting van de « Verbindingsloopgraaf van den Dood », ten Noorden van Diksmuide heeft verwezenlijkt. Geen raid wordt er door de infanterie uitgevoerd, of de Genie der 1e Legerdivisie werkt er aan mede. Zij zelf onderneemt en gelukt, zonder den steun van eenig ander wapen, in operaties in de vijandelijke stellingen.

De Genie der 1e Legerdivisie neemt met deze deel aan het bevrijdingsoffensief, doorheen het Bosch van Houthulst en over de hoogten van Klerken, om zich, bij den wapenstilstand, aan den ingang van Gent te bevinden.