HARE GESCHIEDENIS
De groep rijdende artillerie was vóór den oorlog aan de Cavaleriedivisie verbonden. Zij werd op 30 Juli gemobiliseerd en trok denzelfden dag naar Oudergem.
Op 3 Augustus 1914 begon zij den veldtocht met de cavaleriedivisie; met die groote eenheid nam zij deel aan de verrichtingen tot dekking van het veldleger.
Den 12n Augustus 1914 werkt zij mede in het gevecht bij Halen, waar zij den vijand zware verliezen doet ondergaan. Om hare schitterende tusschenkomst bij die verrichting verkreeg zij een vermelding bij legerdagorder en de toelating om « Halen » op de schilden harer stukken te schrijven.
Bij den eersten uitval rond Antwerpen neemt zij deel aan het gevecht bij Werchter; de 1e batterij werkte op doeltreffende wijze mede aan de herovering van het dorp door een bataljon Karabiniers-wielrijders.
Tijdens den tweeden uitval rond Antwerpen neemt zij deel aan de herovering van Aarschot en aan het gevecht bij den Pellenberg waar de 2e batterij zich vooral onderscheidt en er ernstige verliezen ondergaat.
De groep neemt deel aan de verrichtingen der Cavaleriedivisie langsheen de Dender, aan de verovering van Aalst, aan de verdediging der Scheldelinie, inzonderheid bij de brug van Uitbergen. Eene sectie van de 3e batterij onderneemt een stoutmoedigen raid om het Duitsch kantonnement te Assche te gaan bombardeeren.
De 3 batterijen steunen de cavaleriedivisie in hare opdracht om het leger tijdens den aftocht naar den IJzer te beschermen.
Zij strijden omstreeks Houthulst en Stadenberg.
Gedurende den slag aan den IJzer staat de groep ter beschikking van de 5e Legerdivisie; zij is opgesteld ten Noorden van Oostkerke en om hare schitterende tusschenkomst in de verdediging van Stuivekenskerke bekomt zij een nieuwe vermelding bij Legerdagorder en het opschrift « Stuivekenskerke » op hare schilden.
In 1915, gedurende de stabilisatieperiode, bezet de groep rijdende artillerie verscheidene stellingen in den sector van Loo, achtereenvolgens onder de bevelen van de 2e Cavaleriedivisie, de 2e en de 6e Legerdivisie.
In 1916-1917 is zij opgesteld te Scheewege.
In Juli 1917 staat zij ter beschikking van de 1e Legerdivisie en bezet ze een vooruitgeschoven stelling bij kilometer 4 van den spoorweg Diksmuide-Nieuwpoort.
Zij neemt deel aan het offensief van October 1917, waarbij de batterijen op zes dagen 15.000 granaten afvuren; zij worden overigens hevig tegenbestookt – onder andere met gasgranaten – en lijden ernstige verliezen aan personeel en materieel.
In Januari 1918 is de groep opgesteld omstreeks Lettenburg, Scheewege, Roesdamme, met eene flankeersectie bij Kaaskerke. Van uit die stellingen neemt zij deel aan de verdediging van den Reigersvliet en door haar schoon gedrag verdient zij een derde vermelding bij Legerdagorder en het opschrift « Reigersvliet » op hare schilden.
In April 1918 wordt de groep naar den sector van Brielen gestuurd, ter beschikking van de Britsche 36e divisie en daarna van onze 6e en 2e Legerdivisie.
Den 27n September 1918 bevindt de groep zich in eene wachtstelling in het bosch van St-Sixte, waar het deelneemt aan de verrichtingen der cavaleriedivisie. Den 14n October steunen hare batterijen, door hun verplaatsend spervuur, den schitterenden aanval van het 13e Linie dat Handzame verovert.
Van 19 October af is de 1e batterij aan de 1e brigade cavalerie toegevoegd; in een voorhoedegevecht te Burkel dwingt zij het 1e marinebataljon tot den aftocht. Op 20 October neemt zij deel aan de inname van Maldegem; zij brengt zware verliezen toe aan de Duitschers die de Rapenbrugge en de Stroobrugge verdedigen. De dappere eenheid wordt beloond met de vermelding « Maldegem ».
De 2e batterij neemt met de 2e brigade cavalerie deel aan de verrichtingen bij Ursel en Ertvelde. De 3e batterij, die aan de 3e brigade cavalerie is toegevoegd treedt in werking te Wippelgem.
Den 2n November worden de 3 batterijen verzameld op de baan Ursel-Eekloo. Zij steken het afleidingskanaal over en zijn, bij het sluiten van den wapenstilstand, opgesteld voor het kanaal van Terneuzen, ten Zuiden van Zelzate.
De vermelding « Antwerpen » herinnert aan de medewerking der groep, van 20 Augustus tot 8 October 1914, bij de verrichtingen onder Antwerpen.