ZIJNE GESCHIEDENIS
In het begin van 1915 werd er een detachement Engelsch-Vlaamsche tolken gevormd, die daarna in een korps werden vereenigd.
Het tolkenkorps werd op 2 November 1917 tot stand gebracht voor den duur van den oorlog.
De tolken werden aangeworven onder de Belgen en moesten militair zijn.
Het korps omvatte sergeanten, eerste-sergeanten, adjudanten en onderluitenants, bij gelijkstelling benoemd tot die graden.
Het stond onder het bevel van een hoofdofficier die de gegradueerden verdeelde onder de verscheidene Hoofdkwartieren van de Britsche en geallieerde legers in België.
De commandant van het korps hing rechtstreeks af van den minister van oorlog.
De opdracht der tolken was de verbinding te verwezenlijken tusschen de in België strijdende troepen en het personeel der gemeentebesturen en de burgerlijke bevolking. Zij waren eveneens gelast te zorgen voor de inachtneming van de belangen der burgerbevolking.
Van 19 November 1918 tot 3 Januari 1919 werd er een detachement tolken aan de Amerikaansche troepen toegevoegd.
Het tolkenkorps, dat aan het 11e Regiment artillerie was verbonden geworden, werd op 20 September 1919 ontbonden.