HUNNE GESCHIEDENIS
In het begin van den oorlog met Duitschland, werden de Vice-gouvernementen der Oostelijke Provincie en van Katanga gelast de veiligheid der Oostergrens te verzekeren.
Einde Februari 1915 werd op het oostelijk front het eenig commando verwezenlijkt Kolonel Tombeur gelastte zich met die taak. Hij verplaatste zijn hoofdkwartier naar Kibati, ten Noorden van ‘t Kivu-Meer.
Einde Maart verdeelde hij zijne strijdmachten in drie groepen:
1e De groep van Katanga;
2e De middengroep belast met de verdediging van de oevers van het Tanganika-Meer en van de Beneden-Ruzizi;
3e De noordergroep belast met de verdediging van ‘t Kivu-Meer en van de grens van Uganda.
De organisatie- en voorbereidingsperiode werd gemerkt door een reeks gevechten, waaronder het belangrijkste dit was van 27 September 1915, bij Luvungi.
Daarna vormen de Belgische koloniale troepen twee brigaden, elk van 2 regimenten.
Die van het Noorden staat onder ‘t bevel van Kolonel Molitor; die van ‘t Zuiden onder ‘t bevel van Luitenant-Kolonel Olsen. De verdedigingstroepen van Tanganika worden gecommandeerd door Luitenant-Kolonel Moulaert.
In de maanden April en Mei 1916 wordt Ruanda veroverd ten gevolge van den concentrischen marsch op Kigali-Nyanza.
De Duitsche troepen van Ruanda ontsnappen en gaan zich bij de troepen van Urundi vervoegen.
In Juni 1916 wordt Urundi en Ussuwi veroverd door den marsch, in waaiervorm, naar de transversale Usumbura, Victoria-Meer.
Gedurende die phase bevindt het gros der Duitsche troepen zich vóór de zuiderbrigade. Voor de noorderbrigade houden de Duitsche troepen nog steeds stand aan de Beneden-Kagera. Afgesneden, zullen zij vergeefs trachten naar het Zuiden te vluchten.
In Juli 1916 trekt de zuiderbrigade in uitgespreide vorming op naar Kigoma en den spoorweg en verjaagt het detachement Zimmer uit de streek van Tanganika.
De noorderbrigade wordt opgehouden:
a) door de noodzakelijkheid om de Duitsche troepen van Kagera, welke zij van de binnenzone der Kolonie had afgesneden, te verdelgen;
b) doordat het gros der Duitsche troepen (Wintgens en Van Langen) haar te gemoet komt.
Eindelijk, in Augustus en September, rukken de twee brigaden concentrisch op naar Tabora, waar zij zich aaneensluiten. De noorderbrigade is op haar linkervleugel in verbinding met de Engelschen. Anderdeels wordt de zuiderbrigade op haar rechtervleugel gedekt door een bataljon van de groep van Tanganika, dat te Karema is aangekomen.
Na den val van Tabora, op 19 September 1916, zet een detachement van de zuiderbrigade een korte achtervolging in.
Begin April 1917 herbeginnen de Duitsche aanvallen op de Britsche strijdmachten, zoodat Engeland de medewerking der kongoleesche troepen vraagt. Kolonel Huyghe vormde twee colonnes van meer dan 1.200 fusiliers.
Een deel dier troepen zette de Duitsche colonne van Naumann achterna.
Later werden twee colonnes van vier bataljons met een sectie 70 mm. kanonnen, wielrijders en pionnniers en 15.000 dragers, per spoor naar Kiloma vervoerd.
De brigade van Majoor Bataille begon hare verrichtingen op 16 Augustus 1917; zij verdreef den vijand uit Kidatu, stak de Ruaha over, sloot zich te Ifakara bij de colonne Gilly aan, overrompelde bij verrassing den doorgang van Kilombers en trok op 9 October Mahengé binnen.
De Duitschers deden vruchtelooze tegenaanvallen en werden uit de stelling Saïdi geworpen.
Twee Belgische bataljons die naar Kilwa waren vervoerd, namen deel aan de achtervolging der Duitsche troepen die zich van Liwale naar Newale terugtrokken.
De Belgische Afrikaansche veldtocht was ten einde; hij werd door de geallieerden zeer op prijs gesteld.