De getijdewatermolen Verelst
Deze watermolen lag op de Steilse beek (kil). Schuin over de Emiel Vanderveldestraat ligt nu nog een klein steegje om naar de firma Cop (gereedschappen) te gaan, daar is nog een klein stukje van de Steilse beek open (bruggetje). Rechts lag deze molen.
Reeds in 1725 werd op het verzoek van dominicus Verelst, maalder te Niel, ingegaan om op de Steilse Kil een watermolen te bouwen mits een jaarlijkse vergoeding van 21 gulden. De uitbating mocht 21 jaar gebeuren en daarna zou de staat de eigendom kopen voor 800 gulden.
Op 9 augustus 1726 begonnen de werken voor de watermolen en op 20 september 1727 begon het malen. De molen werd dus aangedreven door het water van de Steilse Beek. De eerste jaren lag de molen dikwijls stil omdat er niet genoeg water was. Daarom besloot men de molen meer stroomafwaarts te verplaatsen.
Dominicus Verelst was toen huurder van de windmolen aan de grens tussen Reet en Boom. De tweede eigenaar werd Petrus Verelst (zoon van Dominicus); hij werkte op de molen van 1762 tot 1784. In 1766 kocht hij de molen af van het domein.
Daarna kwam Francis Verelst (zoon van Petrus) van 1784 tot 1824; daarna zetten zijn zonen Jan Baptist en Petrus de zaken verder, maar het was Jan Baptist die de molen uitbaatte van 1824 tot 1854.
In 1830 werd het gebouw als volgt beschreven: “graen- en schorswatermolen hebbende één omgang (= één rad) en vier paer steenen waarvan er drie tot het malen van graen en één voor schors gebruikt worden; slechts twee paer kunnen gelijktijdig werken. Het gebouw is niet ruim, maar wel sterk en is op de oever van de Rupel en bij het dorp gelegen op eene kanaal langs welke ook eene kom, bij iedere vloed genoegzaam gevuld wordt en gedurende denselve tijd alsdien te malen.”
Trouwens werd Francis Verelst onze eerste burgemeester van Boom na de onafhankelijkheid van 1830. Hij bleef burgemeester tot 1848 toen advocaat Jean Tuyaerts het ambt overnam.
De schoonzoon van Jan baptist Verelst, nl. Michaël Serenus-Van Heymbeek zette het werk verder vanaf 1854 tot in 1882 de molen haast volledig vernield werd door brand. De molen werd niet meer hersteld en de eigendommen werden aangekocht door de gebroeders de Wachter-Cole die er een scheepstimmerwerf oprichtten.
De Getijdewatermolen Meeus
De getijdewatermolen Meeus lag aan het bassin Vermeulen in de hoek van de Bassinstraat en de Pachterslei 1Gelieve ons te verontschuldigen voor het ontbreken van verdere uitleg over deze molen. Deze bladzijde ontbreekt in het manuscript.