MOLENS OP DE GRENS MET BOOM
De Reetse molen uit de Molenstraat of de ’s Keizersmolen
Deze open standaardmolen was gelegen op de Berkvelden, in de huidige Molenstraat. Trouwens het huidige Molenhuis op de grens tussen Boom (einde Kerkhofstraat) en Reet (tegenover het benzinestation De Boever) verwijst er nog naar.
Hij is de oudste molen hier uit de onmiddellijke omgeving. Hij werd gebouwd in 1618. In 1632 betaalde Everaert van den Berghe belastingen wegens het uitbaten van de windmolen die behoorde tot het koninklijk domein!
Van 1643 tot na 1693 was Hans Vloebergh hier maalder. Dominicus Verelst huurde de molen van 1712 tot 1762. Daar zijn zaken niet naar wens draaiden, richtte hij in 1719 naast de windmolen een rosmolen op. In 1726 verhuisde hij naar Boom (zie getijdewatermolen op de Steilse kil).
Jan Van der Cruyssen (molenaar te Boom!) was in 1834 eigenaar van de molen en dit tot 1842 toe hij overleed. Daardoor kwam de molen in handen van zijn weduwe Joanna De Weerdt en hun beider kinderen.
Door aankoop werd August Van den Brande, handelaar te Puurs, eigenaar in 1878. Na zijn overlijden verkochten zijn kinderen de molen in 1890 aan Frans Vertongen-Lenaers, molenaar en vader van de Aartselaarse dokter Vertongen.
De windmolen heeft de Eerste Wereldoorlog goed doorstaan maar waaide op 20 september 1929 om in een hevige storm. Eerst werd er een wiek van de molen weggeblazen en de volgende rukwind deed heel de molen omkantelen. Op dat ogenblik was de molenaar in de molen en ook een kind uit de buurt. Gelukkig werden geen van beiden gekwetst. Van de molen bleef alleen puin over. De molen stond op een berg van 3,2 m. hoog, die later werd afgegraven. De molen zelf was 16 m. hoog.
De molen uit de Potaardestraat (Niel)
Deze open standaardmolen kwam oorspronkelijk van Mechelen, namelijk de Ziekenliedenmolen die op de Brusselsesteenweg net buiten de Brusselse poort stond. In 1861 werd deze molen heropgericht in de Potaardestraat, nabij de grens van Boom. Hij werd ook het Meulken of Koekoekmolen genoemd. De (her)bouwheer was Martin Verlinden, molenaar te Onze-Lieve-Vrouw-Waver. De grond waarop de molen kwam, had hij in hetzelfde jaar gekocht van Maria Catherina Van Outgaarden, weduwe van Willem Tuyaerts, steenbakker te Boom. Martin Verlinden bleef te Onze-Lieve-Vrouw-Waver wonen. In 1866 verkocht hij de molen uit de Potaardestraat aan Jan baptist Van Beneden-segers, landbouwer te Blaasveld.
In 1910 kocht Jules De Breucker-De Smedt de molen en in 1921 ging hij over in handen van Jan Van Noten-Cammers, landbouwer te Reet. De molen werd in 1940 afgebroken.
Het ‘Meuleken’
(Foto: www.fotoniel.be)
Slotbeschouwing
Spijtig genoeg blijven er van al deze mooie sieraden uit ons verleden weinig over, wat gegevens, een afbeelding of foto en een plan.
Alleen al in de provincie Antwerpen waren er 86 wind- en 20 watermolens. Nu blijven er daar slechts enkele van over, onder andere de windmolen in Aartselaar en een watermolen in Liezele. Recent werd de windmolen in Boechout gerestaureerd. In België waren er in 1846 nog 2.739 windmolens waarvan er thans slechts een 170-tal overblijven.
Vooral de modernisering die industriële maalderijen bracht, heeft de doodsteek gegeven aan de oude molens. Ook oorlog, storm en brand en vooral de ‘leegstand’ zorgden voor de aftakeling van deze oude sieraden.
Geraadpleegde bronnen:
De Belgische Molenaar. Tijdschrift.
Gemeentearchief Boom
Holemans, H. Wind- en watermolens in de provincie Antwerpen. Uitgave van de studiekring Ons Molenheem. Nieuwkerken, 1978.
Lamot, B. Hoe Boom groeide. Antwerpen, 1957.
Lemmens, P.J. Heemkundige handboekjes. Molens Arrondissement Antwerpen. VIII,2.
Molenecho. Tijdschrift.
Popp. Kadasterkaart.
Steenackers, E. Boom in het verleden. Lier, 1907.
Struye, J.
Verelst, M. De verdwenen watermolen op de Steilse Kil. In Molenecho, VI (1978).
Vinck, A. Zo was … Boom. Zaltbommel, 1973.